Nog even en dan ligt hij bij ons op tafel. Mijn eerste gedichtenbundel. Een selectie van 70 gedichten uit mijn hele oeuvre en bij 75 gedichten staat een betekenisvolle foto, waarop ik mijn creatieve gedachten op botvierde. En voorzien van een indrukwekkend voorwoord door schrijfster Lulu Wang, met wie ik al een jaar of 8 bevriend ben.
Het manuscript ligt bij de drukker in Groningen en naar verwachting zal de bundel begin januari gedrukt zijn.
Hier zijn alvast de inleiding en een foto van de buitenkant.
Inleiding.
Gedurende mijn werkzame leven als politieman was ik gewend om in ambtelijke taal te spreken en te schrijven. Immers, alles wat binnen het justitiële bereik van mijn beroep lag, moest nauwgezet worden vastgelegd in processen-verbaal. In die 43 jaar heb ik er duizenden gemaakt.
Het was derhalve een hele openbaring voor mij toen ik ongeveer vijftien jaar geleden autobiografisch begon te schrijven en te spreken over het politieberoep, over mijn leven als politieman. Ik duldde geen fictie binnen dit kader, aangezien mijn politieleven niet bestond uit fictie maar uit een keiharde realiteit van het beroep.
In diezelfde periode gaf ik stapsgewijs en in eerste instantie nog in bescheiden vorm toe aan de innerlijke drang om poëzie te schrijven. In mijn boeken plaatste ik gedichten welke direct betrekking hadden op de inhoud van de boeken, op de beleving van mijn beroep en het leven. Ter illustratie gebruikte ik voornamelijk schilderwerk van mijn broer Alfons.
Na mijn herstel van een zware ziekte en operatie in 2017 nam de behoefte toe aan het schrijven van gedichten. Ik liet me daarbij altijd leiden door mijn gevoel en vanuit het hart.
Poëzie kent in wezen geen grenzen. Iedere poëet schrijft in een eigen(zinnige) taal. Het is in mijn geval een uiting van de gemoedstoestand van het moment dat het gedicht werd geschreven. Het kijken naar een foto van een kunstwerk, mensen, gebeurtenissen of de ontmoeting met mensen, de eigen ervaring van gebeurtenissen, de beleving van de natuur, gedachten over leven en dood, maar ook simpele dagdagelijkse zaken, vrolijke of serieuze gesprekken, zijn voor mij aanmoedigingen en inspiraties om een gedicht te schrijven. Zij vormen a.h.w. een symbiose met mijn gemoedstoestand van het moment waarop de confrontatie plaatsvindt of als ik het gedicht schrijf.
Mijn poëzie heeft niet de pretentie om esthetische en ritmische eigenschappen van taal zoals het regelmatig afwisselen van beklemtoonde en onbeklemtoonde lettergrepen te benadrukken. Ook niet om betekenissen over te brengen ter aanvulling, vervanging of ondermijning van de prozaïsche, ogenschijnlijke letterlijke betekenis. In mijn poëzie gebruik ik wel regelmatig metaforen en houd ik de lezer soms een spiegel voor. De gedichten zijn beschouwend. Ik kom met mijn woorden en beelden als het ware steeds dichterbij de kern van het verhaal: mijn leven, hét leven en de dood. Vandaar de titel ‘Dichterbij het Leven en de dood’.
Jacques Smeets
Een prachtig resultaat, Jacques! Het zal je verbazen als je na al die jaren je eigen gedachtenboek zult vasthouden. Dat zal een emotioneel moment zijn. Ieder gedicht vertelt immers iets over een periode in je leven.
We lopen allemaal littekens op, sommige genezen, andere doen af en toe nog pijn. Als je erover schrijft kan de pijn beter worden verdragen. Voor jou? In ieder geval zeker voor vele lezers.
Natuurlijk wil ik de bundel graag in mijn bezit hebben. Nog even geduld begrijp ik.
Dank je wel Niek,
Mooie en vooral treffende woorden v an jou geven weer hoe ik het maken van de bundel ervoer. En, zoals je zegt, het zal een emotioneel moment zijn als ik het boek in handen heb. Zodra de bundel in huis is, zal ik erover berichten , op diverse momenten en in verschillende media.